Column door Pieter Groenewoud

Zondag, 17 april. Zonnig.

Dus wat doet de familie Groenewoud / van der Wiel dan? Juist we gaan wandelen en laten dan het paard uit. Het paard van onze jongste dochter, nog te jong om al bereden te worden, dat paard dus, gaat met ons uit wandelen, samen met haar trotse eigenares en haar Duitse vriendinnetje.......

.......We zetten de trailer ' beneden' in het dorp de Steeg en lopen via paden de bult op, bij geologen en geografen ook wel bekend als het Veluwe massief. Het Duitse vriendinnetje kijkt ons een beetje verbaast aan als we naar boven lopen en vraagt waar het massief is en waar de rotsen gebleven zijn. Op de Lappedeken slaan we rechts af het aanvankelijk verharde weggetje naar de Carolinahoeve op. Het ijs lonkt op deze al een beetje zwoele dag.

Met ons hebben veel autominnende Nederlanders en dito motorrijders verzonnen dat het tijd is om half of liefst vol gas van de natuur te genieten. Gelukkig is het paaltje weggehaald dat, ter hoogte van de parkeerplaats in het midden van de weg was geplaatst en hen vroeger dwong eerst dat domme rondje te maken op de parkeerplaats. De slimme aanleggers van de route hadden stellig het idee dat de doorgaande weg zodanig verstopt was dat een ieder (behalve de invalide) uit frustratie de auto uit zou gaan om noodgedwongen wandelend van de natuur te genieten.

Het bekende bord dat aangeeft dat het verboden is voor auto's en motoren om domweg rechtdoor te rijden staat er nog wel, maar vermag de aandacht van de gemotoriseerde Posbank bezoeker niet te trekken. Auto's rijden ons vrijwel van de sokken alvorens we het rechtsaf weggetje bereikt hebben naar de Carolinahoeve.

Het Duitse meisje vraagt mij verwonderd of dit wel de manier is om een entree van een vermaard natuurgebied vorm te geven. Zij vraagt mij wat die partij van mij (we praten regelmatig over haar partij, die Grünen en over die van mij, GroenLinks) hier van vindt. Hoe een jongedame van nog geen 22 lentes dingen al zo scherp kan zien! Ik stamel naar haar dat er toch een mooi betonnen entreemonument staat dat aangeeft dat we het Nationaal Park de Veluwezoom binnen treden (nou ja sommigen scheuren) en dat het parkeerterrein bij zijn conceptie als oorverdovende innovatie is gepresenteerd. Het is zodanig aangelegd dat het een is geworden met het landschap.

We lopen met inmiddels weer een dalende adrenaline spiegel op het weggetje naar de Carolinahoeve. Dan worden we bijna op de bon geslingerd door mensen van Natuurmonumenten. Hoe we het in ons hoofd halen om met een paard over dit weggetje te lopen. Zien we dan niet dat we de zondagsrust van de fietsende en wandelende rustzoeker ernstig verstoren. De Natuurmonumenten bromsnor moet even het vermanende woord staken omdat juist een Kawasaki motor met veel herrie het verboden rechtdoor rijden voor motoren bord passeert en besluit het paard van mijn dochter nog wat meer te frustreren en verstoren door nog wat meer paardekrachten uit zijn motor te toveren. Enfin, we snappen dat de bromsnor van Natuurmonumenten streng moet zijn. Per slot van rekening gebeuren er anders rare onverantwoorde dingen.

Dus keren we terug op onze stappen en lopen over de autobahn (benaming die de Duitse jongedame gebruikt) richting Posbank tot de eerste afslag rechts. Daar mogen we van bromsnor rechts, als we ons verder maar aan de paardenroute paaltjes houden. Wie komen we daar weer tegen? Bromsnor. Hij is met zijn Natuurmonumenten auto, geheel en al verantwoord, door de bossen om gereden naar dit pad om te verifiëren of we ook werkelijk dit pad nemen. Kennelijk zie ik er als een dusdanig onbetrouwbaar sujet uit, dat elk risico van een paard lopend op een plek in het bos waar dat de natuur zou schaden vermeden moet worden.

Ik raak met bronsnor en zijn vrouwelijke collega aan de praat. Ik vertel hen beide dat ik in de gemeenteraad van de gemeente Rheden zit. Als ik in het buitenland ben zeg ik altijd dat ik in de Raad zit, terwijl dat natuurlijk niet waar is, ik ben slechts raadsvolger. Ik vind dingen, maar beslis niks. Nu zie ik warempel de geüniformeerde gezagsdragers bijtrekken. Als ik zeg dat ik van GL ben, gaat er een lampje bij hen branden: Gl mensen zijn vaak ongeschoren en een beetje sujet typen. Vol ontzag kijken zij mij aan. Direct spreken zij mij hoopvol aan op allerlei zaken die hen verschrikkelijk dwars zitten. Kijk, zeggen ze die auto's hier, ze parkeren maar bij dit soort 'natuurlijke' parkeerplekken. Ooit hebben op dit soort plekken verkeersborden gestaan die aangaven dat parkeren verboden was, ooit hebben er ook paaltje gestaan die dat effectief onmogelijk maakte, dat parkeren. Op de bult, zeggen ze me, is het helemaal een aanfluiting. Je kunt overal je blik kwijt. Eigenlijk zou dat alleen nog maar bij ons (een beetje trots klonk door) paviljoen kunnen maar feitelijk kan het overal. Ik stamel een beetje beduusd van het project Veluwe 2000 (of was het 2010 of 2020), wacht maar het wordt straks echt rustig. Let maar op, dat idee van Natuurmonumenten dat het paviljoen er alleen maar zou zijn voor de rugzaktoerist, zeg maar een soort refuge in de Alpen, maar dan op het Veluwemassief, het komt er heus nog wel van. Was dat dan de bedoeling?, vragen ze mij. Het brengt mij aan het aarzelen.

Natuurlijk kan Natuurmonumenten niets aan de parkeerverbod borden doen, ook niets aan de verdwenen 'antiparkeer paaltjes' en ook niets aan de verboden rechtdoor rijden voor auto's en motoren borden die massaal negeert worden. Immers er staan geen paaltjes meer in de weg, dus scheuren maar!

Natuurlijk heeft Natuurmonumenten telkenmale bij de duurzame Gemeente Rheden aan de bel getrokken. Zij constateren dat het duidelijk geen prioriteit heeft bij deze gemeente. Je moet de toerist niet zijn oerdrift ontnemen en dat is gemotoriseerd genieten van de natuur. Liefst natuurlijk van uit een gezellig B&B beneden aan de bult en dan elke ochtend op 2 of 4 wielen naar boven scheuren, zo hard mogelijk langs de Lappendeken, dan voelt die verhoging in de weg bij dat malle verkeersbord zo extra lekker. Even heerlijk vrij in het bos pissen, je kunt je auto overal parkeren, kun je tegelijk je asbak legen of ander afval weggooien.

Als we juist drie grote wilde zwijnen in het bos hebben gezien, mijmert het Duitse meisje over het huis waar ze opgroeide ten zuiden van Berlijn. Elke ochtend en avond kwamen de wilde zwijnen naar hun huis, ze voelde al jong de natuur om haar heen, niets dan natuur voor vele, vele tientallen kilometers. Ik vertel haar dat we in Nederland wilde zwijnen er de schuld van geven dat grasvelden bij bejaardenhuizen en nieuwbouwwijken omgewoeld worden. Ze vindt het raar. Als je waar eerst de natuur, dus hun huis, was te gelde maakt door woonwijken te bouwen, kun je toch niet verwachten dat de ontheemde zijn lot gelaten ondergaat?

Veel wijsheid, voor zo'n jongedame van 22 lentes. Thuis kijk ik nog even na hoe dat zat met het paviljoen. Het zou er vooral zijn voor de rugzaktoerist. De auto zou er wel kunnen komen, maar daar was dan ook alles mee gezegd. Het zou afgelopen zijn met het rondje Posbank. Het project waar ik het eerder over had: de naam was vast Veluwe 2020. We hebben nog 9 jaar te gaan. Dan zal de rust wederkeren en zal de Duitse jongedame geen behoefte meer hebben aan mijmeren: het zwijn, de das, de steenuil en de hazelworm, zij zullen allemaal in het Nationaal Park de Veluwezoom en het Nationaal Landschap de Veluwe hun plek gevonden hebben.

Dat waren zo wat overpeinzingen na een dagje wandelen in de gemeente Rheden.

Pieter Groenewoud

 

NB: Deze column geeft de persoonlijke mening weer van de columnist.
Deze mening is niet noodzakelijkerwijs identiek met het standpunt van de fractie GroenLinks Rheden en/of bestuur van GroenLinks Rheden/Rozendaal