Een adempauze voor de toekomst

Soms komt er onverwacht goed nieuws uit Den Haag. Dat gebeurde dit jaar ook: de gemeente Rheden krijgt – tegen alle verwachtingen in – extra geld van de Rijksoverheid. Daardoor is het zogenaamde “ravijnjaar”, waarin grote tekorten werden verwacht, een jaar opgeschoven. Dat geeft lucht en ruimte die goed is benut in de kadernota.

Maar eerst even dit: wat is een kadernota eigenlijk?

Een kadernota is een document waarin de gemeente de grote lijnen van het beleid en de financiën voor de komende jaren vastlegt. Het is een soort tussenstap vóór de begroting, waarin de focus voor het aankomende beleid vastgelegd wordt. 

Dankzij ingediende moties en amendementen van GroenLinks en PvdA wordt het extra geld ingezet voor een aantal belangrijke verbeteringen. 
Daarmee is niet alles meteen opgelost, maar er is wél tijd gewonnen. Tijd om beter na te denken, om eerlijkere keuzes te maken en om kwetsbare groepen niet meteen te raken.

Een mooi voorbeeld is de sociale basis. Daarop zou flink bezuinigd worden. Denk aan buurthuizen, vrijwilligersorganisaties en andere plekken waar mensen elkaar helpen. Die bezuinigingen zijn nu een jaar uitgesteld. Dat betekent dat er eerst rustig met elkaar gepraat kan worden over wat echt nodig is en hoe we elkaar kunnen helpen. Ook hebben organisaties zo meer tijd om hun eigen begroting op orde te brengen.

Maar ook op andere vlakken is er goed nieuws. Zo zijn de bezuinigingen op kinderopvang voor overbelaste gezinnen én op hulp voor kinderen met een taalachterstand helemaal geschrapt. Dat is belangrijk, want juist deze kinderen hebben extra steun nodig om goed mee te kunnen doen.

Daarnaast is afgesproken dat de OZB (onroerendezaakbelasting) minder hard omhoog gaat als er financiële meevallers zijn. Dat is eerlijk: als het beter gaat, hoeven inwoners niet onnodig extra te betalen.

Wat ook opvalt in de nieuwe plannen: de belangen van jongeren en toekomstige generaties worden voortaan meegenomen in het beleid. Dat klinkt misschien logisch, maar het is bijzonder dat dit nu echt wordt vastgelegd. Want beleid maken is niet alleen iets voor vandaag, maar ook voor morgen.

Verder komt er extra aandacht voor de dorpscentra. Volgend jaar wordt er gewerkt aan het opknappen van straten, het aanpakken van leegstand en het verbeteren van woningen. Dat maakt dorpen prettiger en leefbaarder.

En er is meer: de voedselbank krijgt een grotere bijdrage van de gemeente. In een tijd waarin steeds meer mensen moeite hebben om rond te komen, is dat een belangrijke stap.

Tot slot komt er een nieuwe visie op cultuur. Want een gemeente is niet alleen stenen en cijfers, maar ook verhalen, muziek, kunst en ontmoeting. Daar hoort een frisse blik op cultuur bij.

Kortom: de Kadernota 2026–2029 laat zien dat er, zelfs in moeilijke tijden, ruimte is voor hoopvolle keuzes. GroenLinks en PvdA hebben laten zien dat je met extra geld ook extra verantwoordelijkheid kunt nemen. Niet alles is opgelost, maar er is wél een stap in de goede richting gezet. En dat verdient waardering.